De testnormen voor vervuilende stoffen, uitstoot en brandstofverbruik van auto's veranderen. Het oude systeem - de zogenaamde New European Driving Cycle (NEDC) werd immers in de jaren '80 ingevoerd en raakt achterhaald. Het wordt geleidelijk vervangen door de Worldwide Harmonised Light Vehicle Test Procedure (WLTP). De NEDC was gebaseerd op rijden in theorie, maar de nieuwe laboratoriumtest werd ontwikkeld om een duidelijker beeld te krijgen van het brandstofverbruik, de vervuilende stoffen en de CO2-uitstoot van personenwagens.
De WLTP wordt aangevuld met een emissietest die de vervuilende stoffen rechtstreeks onderweg meet: de RDE (Real Driving Emissions). Zoals de naam het aangeeft, wordt de uitstoot in reële omstandigheden gemeten, niet in een laboratorium. Die realistischere metingen worden geleidelijk in de hele Europese Unie en in andere landen wereldwijd ingevoerd. Vanaf september 2018 moeten alle nieuwe auto's een keurmerk dragen dat aan de WLTP-norm voldoet.
De nieuwe WLTP-test tracht nauwkeurigere gegevens over auto's te verzamelen en de realistische rijomstandigheden zo dicht mogelijk te benaderen om vergelijkingen mogelijk te maken. De vroegere NEDC-norm hield bijvoorbeeld slechts rekening met drie rijscenario's (in de stad, buiten de stad, een combinatie). De WLTP Driving Cycle omvat vier delen met verschillende gemiddelde snelheden: traag, medium, snel en supersnel. Elk deel omvat uiteenlopende rijfases, stops en fases van optrekken en afremmen. Van elk autotype wordt elke aandrijving met WLTP getest: van het lichtste (zuinigste) tot het zwaarste en minst zuinige model. Er wordt ook rekening gehouden met de effecten van optionele uitrusting op het gewicht, de aerodynamica en zo meer.
Resultaat: zowel de testafstand als de totale duur van de procedure werden uitgebreid. De combinatie van al die nieuwe maatregelen zou een realistisch beeld van de prestaties van auto's op de weg moeten opleveren. Het is hoe dan ook belangrijk om te beseffen dat de test nog altijd uitgaat van laboratoriumgegevens. WLTP meet geen individuele variabelen zoals je persoonlijke rijstijl, die ook het brandstofverbruik en de uitstoot kan beïnvloeden.
TESTOMSTANDIGHEDEN | NEDC | WLTP | |
---|---|---|---|
Duur van de test | 20 min. | 30 min. | |
Testafstand | Ong. 11 kilometer | Ong. 23 kilometer | |
Tijd die de auto stilstaat | 25% | 13% | |
Testfases | In de stad, buiten de stad, (gecombineerd) | Traag, medium, snel, supersnel (combinatie); (meer 'in de stad' voor elektrische voertuigen en voertuigen met plug-inhybride aandrijving) | |
Snelheid | Gemiddeld: 34 km/u - Maximum: 121 km/u | Gemiddeld: 46,6 km/u - Maximum: 131 km/u | |
Starttemperatuur | 20-30°C - Start met koude motor | 14-23°C - Start met koude motor | |
Speciale uitrustingsopties | Buiten beschouwing gelaten | De CO2-waarden houden nu rekening met het gewicht en de effecten op de aerodynamica van optionele uitrusting zoals banden, airco, … |
- Realistischer rijgedrag
- Een bredere waaier aan rijomstandigheden (in de stad, in de buitenwijken, op hoofdwegen, op snelwegen)
- Langere testafstanden
- Meer realistische omgevingstemperaturen
- Hogere gemiddelde en maximale snelheden
- Hogere gemiddeld en maximaal vermogen
- Dynamischere en representatievere situaties waarin wordt opgetrokken en afgeremd
- Kortere stops
- Optionele uitrusting: CO2-waarden en brandstofverbruik worden geregistreerd voor individuele auto's zoals ze worden gebouwd
- Striktere omstandigheden waarin de auto's voor de test worden klaargemaakt en striktere meetomstandigheden
- De best en slechtst mogelijke prestaties worden geregistreerd om vergelijkingen mogelijk te maken met beschikbare opties in vergelijkbare automodellen
Wie in 2017 een Kia kocht op basis van het oude NEDC-systeem, zal misschien merken dat eenzelfde auto van latere datum op basis van het WLTP-systeem een hogere CO2-uitstoot heeft. Dat is het gevolg van de striktere en grondigere tests. Om verwarring te voorkomen, worden auto's uit die overgangsperiode nog steeds verkocht op basis van de omgerekende NEDC-prestaties, zodat vergelijken makkelijker wordt. Opmerking: de tests hebben geen invloed op het reële brandstofverbruik. De eventueel hogere CO2-uitstoot kan het gevolg zijn van de striktere metingen.
Een hogere CO2-uitstoot zou in de overgangsperiode niet tot hogere belastingen mogen leiden. De federale overheden moeten een billijke regelgeving uitwerken die bijkomende financiële implicaties voor de aankoop van een recenter model van dezelfde auto wegwerkt.
Conventionele benzine- en dieselmotoren worden gemeten op basis van de hierboven toegelichte methodes. Plug-inhybride voertuigen worden uitvoeriger getest om na te gaan in welke mate het al dan niet opladen van de batterij implicaties heeft. Zo zal een test de prestaties met een volle batterij meten. Daarna wordt dezelfde cyclus doorlopen tot de batterij leeg is. Tijdens een laatste test zullen gegevens worden verzameld wanneer de auto uitsluitend gebruikmaakt van een verbrandingsmotor en een regeneratief remsysteem. Een combinatie van die cijfers zal dan als basis dienen voor de uiteindelijke CO2-uitstoot die wordt doorgegeven.
Onze energiezuinige EcoDynamics-technologie helpt je tot 12 % méér brandstof besparen en verkleint je CO2-afdruk. Wanneer de wagen stilstaat, wordt de motor uitgezet. Door gewoon de koppeling in te drukken, kan je weer starten.
De gearshift indicator geeft aan wanneer je het best van versnelling verandert en helpt je op die manier brandstof te besparen, je uitstoot te verminderen en slijtage tegen te gaan.
Beperk o.a. het gebruik van airco en voorruitontwaseming. Net als huishoudtoestellen verbruiken die energie en beïnvloeden ze dus je brandstofverbruik.
Laat je motor niet nodeloos draaien. Als je langer dan 40 seconden stilstaat, zet dan de motor uit om brandstof te besparen.
Kijk geregeld de bandenspanning na. Banden die niet hard genoeg staan, verspillen brandstof, maken je auto moeilijker bestuurbaar en versnellen de slijtage.
Een van onze doelstellingen is milieuvriendelijke auto's op het einde van hun levenscyclus ook op een milieuvriendelijke manier te verwerken. Precies daarom werkten we het Design for Recycling (DFR) uit, samen met een recyclageschema voor het einde van de levenscyclus.