Een hybridewagen heeft twee motoren in plaats van een.
Terwijl klassieke benzinewagens worden aangedreven door een verbrandingsmotor en een elektrische wagen wordt aangedreven door een batterij en elektromotor, beschikken hybridewagens over een combinatie van beide.
Ze worden aangedreven door de verbrandingsmotor of door de verbrandingsmotor en elektromotor samen om het brandstofverbruik te minimaliseren, energie te sparen en zelfs energie te recupereren in bepaalde omstandigheden (bv. starten, kruissnelheden, remmen, stoppen, enz.).
Daardoor neemt het verbruik sterk af, zeker bij stop-startverkeer in de stad.
Er wordt wel eens gezegd dat hybridewagens ‘het beste van twee werelden’ bieden en niets is minder waar: een hybridewagen schakelt over tussen beide krachtbronnen of laat ze samenwerken met het oog op een maximale efficiëntie.
De werking varieert voortdurend, op verschillende momenten in het rijproces. Wat meer details...
Bij het vertrekken vanuit stilstand
Bij het vertrekken vanuit stilstand en tot een snelheid van ongeveer 25 km/u worden hybridewagens aangedreven door de elektromotor (die zijn vermogen uit de batterij haalt). Dat is een van de redenen waarom hybridewagens zich het efficiëntst tonen in de stad.
Bij matige snelheden
Bij kruissnelheden worden hybridewagens voornamelijk aangedreven door de verbrandingsmotor want zo werken ze het efficiëntst. Op deze momenten kan de motor ook de generator aandrijven die elektriciteit recupereert die wordt opgeslagen voor later gebruik.
Bij krachtige acceleraties
Wanneer u het gaspedaal krachtig intrapt, werken de verbrandingsmotor en elektromotor samen om meer vermogen naar de wielen te sturen. Dat is te danken aan de transmissie met vermogenssplitter, die het koppel van beide krachtbronnen samenvoegt.
Bij het vertragen of remmen
Wanneer u remt of uw voet van het gaspedaal haalt, gebruiken hybridewagens een ‘intelligent energierecuperatiesysteem’. Hybridewagens doen dan twee dingen: ze stoppen de energiestroom naar de wielen en gebruiken de kracht van de draaiende wielen om energie te recupereren tijdens het vertragen. Zo produceren ze elektriciteit, die opnieuw wordt opgeslagen in de batterij voor later gebruik.
Bij het stoppen
Wanneer u het rempedaal intrapt om volledig tot stilstand te komen, schakelen hybridewagens de verbrandingsmotor en elektromotor volledig uit. De batterijstroom wordt gebruikt om andere voertuigsystemen aan te drijven (zoals de radio, de lichten, enz.)
Er zijn verschillende types hybridewagens, waaronder de ‘full hybrid’ en oplaadbare hybride of ‘plug-in hybrid’.
Ze zijn in grote lijnen vergelijkbaar maar er is een groot verschil: Een ‘full hybrid’ heeft geen oplaadkabel nodig om zijn batterij op te laden. Hij regenereert energie met behulp van de verbrandingsmotor en het intelligente energierecuperatiesysteem. Een oplaadbare hybridewagen werkt op dezelfde manier als een ‘full hybrid’, maar heeft een grotere batterij die u bovendien aan een stopcontact kunt opladen. Daardoor stijgt het elektrische rijbereik tot meer dan 50 kilometer.